Wijziging griffierechten vanaf 1 juni 2015

Auteur(s):
Tags: Procedure
Categorie: Algemeen,
Geplaatst op: 01 juni 2015

Met ingang van 1 juni 2015 wordt de wetgeving op de griffierechten die verschuldigd zijn bij dagvaardingen en verzoekschriften ingrijpend gewijzigd. De wijziging, die in een ijltempo ingevoerd werd, is een gevolg van de wet van 28 april 2015 tot wijziging van artt. 269 en 279 van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten en het KB van 12 mei 2015, en wordt nader toegelicht in de Circulaire 2/2015 van de FOD Financiën. Hieronder worden een aantal van de kernpunten samengevat.

1. Vier tariefstelsels

  • 1° een algemeen tarief voor burgerlijke rechtbanken
  • 2° een bijzonder stelsel voor de arbeidsrechtbank en de fiscale kamers
  • 3° een voorkeurtarief voor de familierechtbanken
  • 4° een enig rolrecht van 1.000,00 EUR voor het inleiden van een procedure van gerechtelijke reorganisatie m.b.t. de continuïteit van de onderneming (WCO).
Het voorkeurtarief voor de familierechtbanken wordt hier niet verder uitgewerkt. Het rolrecht inzake de WCO is niet gewijzigd, en wordt dus ook niet verder uitgewerkt.

2. Bijzonder stelsel voor arbeidsrechtbanken en fiscale rechtbanken

2.1. Vrijstelling tot 250.000,00 EUR

Aangelegenheden m.b.t. de sociale wetgeving (bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken) en alle betwistingen inzake belastingen (bevoegdheid van de fiscale kamers) zijn vrijgesteld van rolrechten, wanneer de waarde van de vordering niet hoger is dan 250.000,00 EUR. Er dient geen pro fisco verklaring gevoegd te worden (zie verder).

2.2. Algemeen tarief boven 250.000,00 EUR

Voor procedures ingeleid voor de arbeidsrechtbanken en voor de fiscale kamers met een waarde van de vordering hoger dan 250.000,00 EUR:

progressief tarief in schijven

per eisende partij

pro fisco verklaring voegen

VRIJSTELLING of BIJZONDER TARIEF (arbeidsrechtbanken en fiscale kamers)

Aard van de rechtbank

Waarde van de vordering

Bedrag van het recht

Arbeidsrechtbank en fiscale kamers van de rechtbank van eerste aanleg (1ste graad)

- tot € 250.000

-

- van € 250.000,01 tot € 500.000

€ 300

- meer dan € 500.000

€ 500

Arbeidshof en fiscale kamers van het hof van beroep (beroep) 

- tot € 250.000

-

- van € 250.000,01 tot € 500.000

€ 600

- meer dan € 500.000

€ 800

Hof van Cassatie voor de voorzieningen tegen beslissingen van de arbeidsrechtbanken en de fiscale kamers

- tot € 250.000

-

- van € 250.000,01 tot € 500.000

€ 800

- meer dan € 500.000

€ 1.200

3. Algemeen tarief burgerlijke rechtbanken

3.1. Algemeen tarief toepasselijk

Voor procedures ingeleid in burgerlijke zaken is het algemeen tarief van toepassing:

een progressief tarief in schijven

per eisende partij

pro fisco verklaring hechten

ALGEMEEN TARIEF (burgerlijke rechtbanken)

Aard van de rechtbank

Waarde van de vordering

Bedrag van het recht

Vredegerecht Politierechtbank

- tot € 2.500 of niet in geld waardeerbare vorderingen

€ 40

- boven de € 2.500

€ 80

Rechtbank eerste aanleg BEHALVE de familierechtbank en de fiscale kamers Rechtbank van koophandel

- tot € 25.000 of niet in geld waardeerbare vorderingen

€ 100

- van € 25.000,01 tot € 250.000

€ 200

- van € 250.000,01 tot € 500.000

€ 300

- meer dan € 500.000

€ 500

Hof van beroep, BEHALVE rechtsmiddelen tegen: - beslissingen van de familierechtbank of de vrederechter in familiale aangelegenheden; - beslissingen van de rechtbank van eerste aanleg in fiscale aangelegenheden (fiscale kamers)

- tot € 25.000 of niet in geld waardeerbare vorderingen

€ 210

- van € 25.000,01 tot € 250.000

€ 400

- van € 250.000,01 tot € 500.000

€ 600

- meer dan € 500.000

€ 800

Hof van Cassatie BEHALVE voorzieningen tegen beslissingen van de arbeidsrechtbank of de fiscale kamers

- tot € 25.000 of niet in geld waardeerbare vorderingen

€ 375

- van € 25.000,01 tot € 250.000

€ 500

- van € 250.000,01 tot € 500.000

€ 800

- meer dan € 500.000

€ 1.200


3.2. Algemeen tarief en de waarde van de vordering

Het algemeen rolrecht wordt bepaald op basis van de waarde van de vordering, zoals vermeld in de pro fisco verklaring.

- ogenblik waardebepaling: van neerlegging van de akte van rechtsingang;

- te schatten bedrag van de vordering:

    - de hoofdvordering

    - verschuldigde en vervallen intresten

    ZONDER:

    - gerechtelijke intresten

    - kosten

    - dwangsommen

- hoofdvordering niet waardeerbaar in geld: de eerste schijf van de aard van de rechtbank die van toepassing is

- in de gedinginleidende akte zowel een vordering die waardeerbaar is in geld, als een vordering die niet waardeerbaar is in geld: gedeelte van de vordering waardeerbaar in geld

3.3. Pro fisco verklaring

Modeltekst: zie bijlage bij het KB van 12 mei 2015, ook opgenomen op p. 27 van de circulaire. Aangaande deze pro fisco verklaring:

Indien deze verklaring niet is gevoegd en het rolrecht niet is betaald, kan de akte niet worden ingeschreven op de rol en kan niet worden toegewezen aan een kamer.

Volgens de Circulaire: "Dit heeft evenwel geen negatieve invloed op de termijnen van neerlegging / verjaringstermijnen" Volgens de Orde van Vlaamse Balies:"Doordat de zaak niet wordt voorgelegd aan een rechtbank, is de verjaringstermijn niet geschorst"

Vermelding van de geschatte waarde van de vordering:

Niet: voorlopige of provisionele vorderingen;

Wel: een redelijke schatting van de waarde van de definitieve vordering

Dus steeds een geschat bedrag opgeven, ook in geval van:

-  Een provisionele vordering;

-  Een forfaitaire vordering onder voorbehoud van vermeerdering of vermindering gedurende het geding;

-  Een vordering ex aequo et bono.

Dit vormt dus een aandachtspunt bij bvb.:

- Provisionele vorderingen voor eindejaarspremies / vakantiegeld (indien de totale vordering hoger zal zijn dan 250.000,00 EUR);

- Vorderingen i.v.m. lichamelijke letselschade en materiële schade waarvoor een deskundige dient te worden aangesteld;

- Waardebepaling van aandelen in het kader van uitsluiting / uittredingsprocedure.

Samenvoeging van alle verschillende gevorderde bedragen door de eisende partij.

Bij meerdere eisende partijen: per eisende partij de verschillende bedragen die deze eisende partij vordert samenvoegen (zie verder). Vorderingen uit uitzonderlijke aktes worden niet samengeteld. De Orde van Vlaamse Balies merkte reeds op dat de wet zeer vaag is over de gevolgen van een eventuele foutieve verklaring.

3.4. Recht per eiser

Het rolrecht wordt bepaald per en is verschuldigd per eisende partij.

Uitzonderingen:

1. Groepsvorderingen

Bvb. * beroepsverenigingen (Orde van Advocaten, artsen, architecten, notarissen, gerechtsdeurwaarders) * ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen * in aangelegenheden ter bescherming tegen fysisch en moreel of seksueel geweld op het werk * in aangelegenheden ter bescherming tegen discriminatie tussen mannen en vrouwen * in aangelegenheden van financiële verrichtingen en financiële markten * in aangelegenheden van handelspraktijken en bescherming van de consument * in aangelegenheden van consumentenkrediet

2. De actio popularis, ingesteld voor het algemene belang

Bvb. inzake bescherming van landschappen.

3. Rechtsvorderingen voor collectief herstel

Zijnde de class action cfr. WER voor benadeelde consumenten die niet bij naam gekend zijn. In deze drie uitzonderingsgevallen is slechts één enkel recht verschuldigd. In geval van hoger beroep tegen een hoofdelijke of ondeelbare veroordeling is het recht verschuldigd door iedere appellant afzonderlijk op de totaliteit van de veroordeling opgenomen in de beslissing van de eerste rechter.

4. Vereffening in debet

Voor dossiers waar een pro fisco verklaring verplicht is, dient deze nog steeds te worden neergelegd met uitdrukkelijke vermelding van de wettelijke grondslag van de vereffening in debet. Zijnde:

- Voor personen met rechtsbijstand

- Procedures inzake faillissement wanneer de kosteloosheid door de rechtbank werd bevolen

- Vorderingen tot interpretatie of verbetering van een vonnis of arrest

- Inschrijvingen op verzoek en ter verdediging van beklaagden of betichten in strafzaken

5. Vrijstellingen

In zaken waarin de pro fisco verklaring verplicht is, dient uitdrukkelijk vermeld te worden wat de grondwettelijke grondslag is voor de vrijstelling. Voorbeelden:

- Inzake gebruik van de talen

- Inzake consumentenkrediet

- Onttrekking van de zaak aan de rechter

- Wraking van de rechter

- Collectieve schuldenregeling

- Verzoek om rechtsbijstand

SLOT

Standpunt Orde van Vlaamse Balies

De Orde van Vlaamse Balies meent dat op deze manier de toegang tot het gerecht voor de rechtzoekenden opnieuw minder evident wordt. Verder stelt zij zich vragen bij het verband tussen de waarde van de vordering en de werklast voor justitie. Dit werd eveneens aangehaald door de Raad van State in haar advies betreffende het wetsontwerp. De Orde van Vlaamse Balies heeft advies gevraagd i.v.m. haalbaarheid van beroepen tot nietigverklaring van de wet en het KB bij Grondwettelijk Hof en Raad van State.

Standpunt minister Koen Geens Minister Koen Geens meent dat de rolrechten op deze manier in verhouding worden gebracht met de werklast van justitie. Op deze manier wenst hij er ook toe te komen de rechtzoekenden te bewegen tot de procedure van bemiddeling. Hij is dan ook van mening dat de toegang tot de rechter helemaal niet belemmerd wordt door deze nieuwe regelgeving. Zo wijst hij bvb. op het eenmalig rolrecht in geval van een class-action.