1 juli 2018: inwerkingtreding verplichte aansprakelijkheidsverzekering in de bouw

Auteur(s): Bert Gregoir Jan van Wynsberghe
Geplaatst op: 02 juli 2018

Op 1 juli 2018 trad de “Wet van 31 mei 2017 betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid van aannemers, architecten en andere dienstverleners in de bouwsector van werken in onroerende staat en tot wijziging van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect” in werking.

In het kort wordt deze wet ook de “wet Peeters-Borsus” genoemd.

Deze wet regelt de verplichte tienjarige aansprakelijkheidsverzekering van aannemers en dienstverleners in de bouwsector.

Inwerkingtreding

De wet is van toepassing op werken waarvoor de definitieve stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd na 1 juli 2018 en op de verzekeringsovereenkomsten die werden onderschreven na 1 juli 2018.

Wat houdt de wet in?

De wet verplicht de aannemers en dienstverleners die bij onroerende werken aan woningen betrokken zijn om hun burgerlijke aansprakelijkheid (o.b.v. art. 1790 en 2270 BW) te verzekeren voor een periode van tien jaar na de aanvaarding van de werken.

Wie valt onder deze verzekeringsplicht?

De verzekeringsplicht is van toepassing op iedere architect, aannemer of andere dienstverlener (bv. studiebureau) van de bouwsector waarvan de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid in het gedrang kan komen als gevolg van:

A)     handelingen die hij beroepshalve op in België gelegen woningen verricht

B)     handelingen van zijn aangestelden

Voor welke aansprakelijkheden geldt de verzekeringsplicht?

De wet is van toepassing op onroerende werken op woningen die in België gelegen zijn, waarvoor de tussenkomst van een architect verplicht is.

Merk op dat voor andere dan woningbouw deze verruimde verzekeringsplicht dus niet geldt.

De te verzekeren aansprakelijkheden worden omschreven in de “klassieke” artikelen 1792 en 2270 van het burgerlijk wetboek m.b.t. de tienjarige aansprakelijkheid:

1792 BW
Indien een gebouw dat tegen vaste prijs is opgericht, geheel of gedeeltelijk teniet gaat door een gebrek in de bouw, zelfs door de ongeschiktheid van de grond, zijn de architect en de aannemer daarvoor gedurende tien jaren aansprakelijk.
2270 BW
Na verloop van tien jaren zijn architecten en aannemers ontslagen van hun aansprakelijkheid met betrekking tot de grote werken die zij hebben uitgevoerd of geleid.

Verder stelt de wet uitdrukkelijk dat de te verzekeren aansprakelijkheid o.b.v. art. 1792 en 2270 BW beperkt is tot de soliditeit en stabiliteit van de gesloten ruwbouw, en daarnaast de waterdichtheid, doch enkel indien de waterdichtheid de soliditeit of stabiliteit in gevaar brengt.

Van de verzekeringsplicht zijn uitdrukkelijk uitgesloten:

  1. de schade ingevolge radioactiviteit;
  2. de schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels ingevolge de blootstelling aan wettelijk verboden producten;
  3. de schade van esthetische aard;
  4. de zuivere immateriële schade;
  5. de zichtbare schade of schade die door de verzekerde is gekend op het moment van voorlopige oplevering of die rechtstreeks volgt uit fouten, gebreken of wanprestaties door hem gekend op het moment van voormelde oplevering;
  6. de schade ingevolge niet-accidentele pollutie;
  7. de meerkosten voortvloeiend uit de wijzigingen en/of verbeteringen aan de woning na schadegeval;
  8. de materiële en immateriële schade lager dan 2 500 euro. Dit bedrag is verbonden met de ABEX-index, met als basisindex deze van het eerste semester van 2007 en de index te weerhouden voor de indexatie zijnde deze op het moment van de aangifte van het schadegeval.

Wettelijke dekkingsgrenzen

In de verzekeringsovereenkomst mag de dekking, per schadegeval, voor het totaal van de materiële en immateriële schade niet lager zijn dan:

A) 500.000 euro, ingeval de waarde van de wederopbouw van het gebouw bestemd voor bewoning 500.000 euro overstijgt;

B) de waarde van de wederopbouw van de woning, indien de waarde van de wederopbouw van het gebouw bestemd voor bewoning minder bedraagt dan 500.000 euro.

Het bedrag van 500.000,00 EUR is gekoppeld aan de ABEX-index, met als basisindex deze van het eerste semester van 2007 en de index te weerhouden voor de indexatie zijnde deze op het moment van de aangifte van het schadegeval.

Merk op dat het grensbedrag van 500.000 EUR geldt voor het gehele gebouw, zodat in principe een aannemer die een appartementsblok van tientallen kavels neerzet net zo goed aan de wet voldoet met een verzekeringsdekking van slechts 500.000 EUR voor het geheel.

Bewijs van dekking

Bij architecten wordt de bewijslast opgevangen door de Orde Van Architecten. De orde krijgt elk jaar een lijst van verzekerde architecten van de verzekeraars.

Op aannemers en andere dienstverleners rust dan weer een actieve bewijslast: zij moeten een verzekeringsattest bezorgen aan de architect en de bouwheer voor ze een onroerend werk mogen aanvatten.  Het verzekeringsattest dient  ook aan de RSZ bezorgd te worden door de aannemers die belast zijn met de registratie van de melding van werken (cf. art. 30bis, §7 wet 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders).

Tevens wordt de architect belast met een controletaak: hij dient te controleren of alle aannemers en dienstverleners over een attest beschikken dat hun tienjarige aansprakelijkheidsverzekering bewijst.

Indien het bouwproject gefinancierd wordt met een krediet, dan gaat de kredietgever na of de architect, de aannemers en de dienstverleners aan de verzekeringsplicht hebben voldaan. Hiertoe overhandigt de bouwheer de verzekeringsattesten aan de kredietinstelling.

Handhaving

Op de naleving van deze wet wordt toegezien door hiertoe aangestelde ambtenaren (zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de lokale en federale  politie).

Inbreuken op de wet worden bestraft met strafrechtelijke geldboetes van 26,00 tot 10.000,00 EUR. Merk hierbij op dat deze bedragen nog dienen vermenigvuldigd te worden met de toepasselijke opdeciemen (op heden: vermenigvuldigen maal acht).