Werken na pensioen - toegelaten arbeid

Auteur(s):
Geplaatst op: 14 mei 2014

Een Ministerieel Besluit van 6 maart 2014 past de jaarlijkse indexatie toe van de jaarloongrenzen betreffende toegelaten arbeid na pensioen. Dit is een goede gelegenheid om de regeling van een toegelaten beroepsactiviteit in combinatie met het genot van een pensioen onder de aandacht te brengen.

Wie op pensioen gaat, dient in principe alle beroepsactiviteiten stop te zetten. Nochtans laat de wet toe dat een gepensioneerde inkomen verwerft uit een beroepsactiviteit, wanneer dit inkomen een bepaalde loongrens niet overschrijdt. Deze beroepsactiviteit kan hetzij die van een werknemer, hetzij die van een zelfstandige, hetzij een combinatie van beiden zijn.[1]

Aan de toegelaten arbeid na het pensioen is een leeftijds- en een loopbaanvoorwaarde verbonden. Wanneer een gepensioneerde een loopbaan kan bewijzen van minstens 42 jaar en een leeftijd van minstens 65 jaar, kan hij of zij onbeperkt bijverdienen. Anders gezegd, de gepensioneerde kan dan een inkomen verdienen dat niet gebonden is aan enige grens, zonder pensioen te verliezen.

Wanneer er geen loopbaan van 42 jaar bij oppensioenstelling wordt bewezen, zal men niet onbeperkt kunnen bijverdienen. Bijgevolg zullen welbepaalde jaarloongrenzen van toepassing zijn, welke verschillen afhankelijk van de volgende factoren: het genieten van een rust- en overlevingspensioen (of beide), een leeftijd van onder of boven 65 jaar, de aanwezigheid van kinderlast en de aard van de beroepsactiviteit. Overeenkomstig het Ministerieel Besluit van 6 maart 2014[2] werden de jaarloongrenzen voor toegelaten arbeid per 1 januari 2014 geïndexeerd. Dit dient jaarlijks te gebeuren,[3] conform het KB tot wijziging van 28 mei 2013 dat tevens de mogelijkheid tot onbeperkt bijverdienen heeft ingevoerd.

Schematisch zijn de grensbedragen voor 2014 als volgt:

Aard beroepsactiviteit

Recht op rustpensioen, of Rust- en overlevingspensioen  + jonger dan 65 jaar

Recht op rustpensioen, of Rust- en overlevingspensioen, of overlevingspensioen + 65 jaar of ouder

Overlevingspensioen + jonger dan 65 jaar

zonder kind ten laste

met kind ten laste

zonder kind ten laste

met kind ten laste

zonder kind ten laste

met kind ten laste

werknemer

brutoberoepsinkomsten

7.718,00

11.577,00

22.293,00

27.117,00

17.971,00

22.464,00

zelfstandige of helper

nettoberoepsinkomsten

6.175,00

9.262,00

17.835,00

21.694,00

14.377,00

17.971,00

werknemer en zelfstandige

nettoberoepsinkomsten als zelfstandige +

80 % brutoberoepsinkomsten andere activiteiten

6.175,00

9.262,00

17.835,00

21.694,00

14.377,00

17.971,00

Voor een werknemer wordt het brutoberoepsinkomen in rekening gebracht, dit wil zeggen met inbegrip van alle loonsvoordelen en voor aftrek van de nodige sociale en fiscale bijdragen. Voor een zelfstandige wordt het nettoberoepsinkomen in rekening gebracht, dit wil zeggen het brutoberoepsinkomen na aftrek van de beroepsuitgaven of –lasten en desgevallend de beroepsverliezen. Bij combinatie van verschillende activiteiten (werknemer, zelfstandige of desgevallend een politiek mandaat), wordt rekening gehouden met zowel de nettoberoepsinkomsten als zelfstandige, als met 80% van het brutoberoepsinkomen uit een andere activiteit; de som van alle inkomsten moet dus onder de voorgeschreven grenzen vallen.

Bij overschrijding van de voorgeschreven grenzen met meer dan 25%, wordt de betaling van het pensioen voor het kalenderjaar volledig geschorst. Bij overschrijding met minder dan 25%, wordt het pensioenbedrag pro rata verminderd, m.n. gelijk aan het percentage van de overschrijding.


[1] Art. 64 e.v. KB 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en art. 107 e.v. KB 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen.
[2] MB 6 maart 2014 tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 64, §2 en 3 van het KB van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, BS 27 maart 2014.
[3] Art. 64, §8 Pensioenbesluit werknemers.