Een Ministerieel Besluit van 6 maart 2014 past de jaarlijkse indexatie toe van de jaarloongrenzen betreffende toegelaten arbeid na pensioen. Dit is een goede gelegenheid om de regeling van een toegelaten beroepsactiviteit in combinatie met het genot van een pensioen onder de aandacht te brengen.
Wie op pensioen gaat, dient in principe alle beroepsactiviteiten stop te zetten. Nochtans laat de wet toe dat een gepensioneerde inkomen verwerft uit een beroepsactiviteit, wanneer dit inkomen een bepaalde loongrens niet overschrijdt. Deze beroepsactiviteit kan hetzij die van een werknemer, hetzij die van een zelfstandige, hetzij een combinatie van beiden zijn.[1]
Aan de toegelaten arbeid na het pensioen is een leeftijds- en een loopbaanvoorwaarde verbonden. Wanneer een gepensioneerde een loopbaan kan bewijzen van minstens 42 jaar en een leeftijd van minstens 65 jaar, kan hij of zij onbeperkt bijverdienen. Anders gezegd, de gepensioneerde kan dan een inkomen verdienen dat niet gebonden is aan enige grens, zonder pensioen te verliezen.
Wanneer er geen loopbaan van 42 jaar bij oppensioenstelling wordt bewezen, zal men niet onbeperkt kunnen bijverdienen. Bijgevolg zullen welbepaalde jaarloongrenzen van toepassing zijn, welke verschillen afhankelijk van de volgende factoren: het genieten van een rust- en overlevingspensioen (of beide), een leeftijd van onder of boven 65 jaar, de aanwezigheid van kinderlast en de aard van de beroepsactiviteit. Overeenkomstig het Ministerieel Besluit van 6 maart 2014[2] werden de jaarloongrenzen voor toegelaten arbeid per 1 januari 2014 geïndexeerd. Dit dient jaarlijks te gebeuren,[3] conform het KB tot wijziging van 28 mei 2013 dat tevens de mogelijkheid tot onbeperkt bijverdienen heeft ingevoerd.
Schematisch zijn de grensbedragen voor 2014 als volgt:
Aard beroepsactiviteit |
Recht op rustpensioen, of Rust- en overlevingspensioen + jonger dan 65 jaar |
Recht op rustpensioen, of Rust- en overlevingspensioen, of overlevingspensioen + 65 jaar of ouder |
Overlevingspensioen + jonger dan 65 jaar |
|||
zonder kind ten laste |
met kind ten laste |
zonder kind ten laste |
met kind ten laste |
zonder kind ten laste |
met kind ten laste |
|
werknemer |
brutoberoepsinkomsten |
|||||
7.718,00 |
11.577,00 |
22.293,00 |
27.117,00 |
17.971,00 |
22.464,00 |
|
zelfstandige of helper |
nettoberoepsinkomsten |
|||||
6.175,00 |
9.262,00 |
17.835,00 |
21.694,00 |
14.377,00 |
17.971,00 |
|
werknemer en zelfstandige |
nettoberoepsinkomsten als zelfstandige + 80 % brutoberoepsinkomsten andere activiteiten |
|||||
6.175,00 |
9.262,00 |
17.835,00 |
21.694,00 |
14.377,00 |
17.971,00 |
Bij overschrijding van de voorgeschreven grenzen met meer dan 25%, wordt de betaling van het pensioen voor het kalenderjaar volledig geschorst. Bij overschrijding met minder dan 25%, wordt het pensioenbedrag pro rata verminderd, m.n. gelijk aan het percentage van de overschrijding.