Eerste hulp bij tijdskrediet: beter voorkomen dan genezen

Auteur(s): Line Hellemans
Categorie: Arbeidsrecht,
Geplaatst op: 26 september 2017

Het is een goede zaak dat werknemers via tijdskrediet de mogelijkheid krijgen om tijdelijk niet of minder te werken. Voor de werkgever is het echter vaak een moeilijke oefening om ervoor te zorgen dat de organisatie van zijn bedrijf niet in het gedrang komt. Zo zal het niet steeds evident zijn om voor een paar maanden een halftijdse vervanger te vinden in een welbepaalde functie.

Het is dan ook belangrijk om de regels over tijdskrediet zo goed mogelijk af te stemmen op de concrete werking van de  onderneming. Dit kan door de diverse mogelijkheden die er zijn in de cao nr. 103 tot invoering van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen optimaal te benutten.

Nadere regels in ondernemings-cao of arbeidsreglement

·                Vooreerst kunnen het paritair comité of de onderneming bij collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde personeelscategorieën uitsluiten uit het toepassingsgebied. De commentaar bij de cao nr. 103 geeft als voorbeeld van uitsluiting het personeel dat niet onderworpen is aan alle bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971. Er wordt hier m.a.w. verwezen naar vertrouwensfuncties en leidinggevende functies. Het is aan te raden om hierover een cao te sluiten. Het spreekt voor zich dat bv. de functie van commercieel directeur niet deeltijds kan worden uitgeoefend en een “halftijdse commercieel directeur” ook niet op de arbeidsmarkt voorradig is. Toch zal hij dit recht wel hebben, wanneer de functie niet werd uitgesloten.

·                Wanneer werknemers die tijdskrediet aanvragen gewoonlijk tewerkgesteld zijn in ploegen of in een cyclus gespreid over vijf dagen of meer, kan een sectorale cao of een ondernemings-cao nadere regels bepalen voor het organiseren van het recht op loopbaanvermindering t.b.v. één dag per week of een gelijkwaardige regeling. De commentaar verduidelijkt dat, wanneer er geen vakbondsafvaardiging in de onderneming aanwezig is, de afwijkende regeling kan worden ingevoerd bij het arbeidsreglement, maar dat dan ook een wederzijds schriftelijk akkoord tussen de werknemer en de werkgever vereist is.

·                Volgens artikel 13 § 3 van cao nr. 103 worden de dagen waarop het recht op loopbaanvermindering wordt uitgeoefend, zo verspreid dat de continuïteit van de onderneming of de dienst wordt gewaarborgd. Een akkoord op ondernemingsniveau kan deze spreiding verduidelijken.

·                Omwille van ernstige interne of externe redenen kan de werkgever het tijdskrediet binnen een maand na de aanvraag uitstellen. Die redenen van uitstel kunnen door de ondernemingsraad worden verduidelijkt. In principe gaat het tijdskrediet in uiterlijk zes maanden te rekenen vanaf de dag waarop het normaal zou zijn uitgeoefend. Wanneer iemand met een sleutelfunctie 1/5de loopbaanvermindering aanvraagt, kan dit echter met een maximum van 12 maanden worden uitgesteld. Ook dit begrip sleutelfunctie kan worden verduidelijkt door een cao op sector- of ondernemingsniveau, of d.m.v. het arbeidsreglement. Sleutelfuncties kunnen voorhanden zijn in alle geledingen van de ondernemingen en ook bijvoorbeeld ’s nachts.

·                Bij 1/5de loopbaanvermindering kan de werkgever dit recht ook intrekken of wijzigen om bepaalde redenen, zoals bepaald door de ondernemingsraad, of bij gebrek daaraan in overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging. Indien er geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging bestaat, kan dit in het arbeidsreglement worden verduidelijkt.

Als voorbeeld vermeldt de cao nr. 103 ziekte van een collega of buitengewone vermeerdering van werk.

Wat als werknemer en werkgever geen akkoord vinden?

Wanneer werkgever en werknemer geen akkoord bereiken over de modaliteiten van het tijdskrediet, dan geldt volgens de cao nr. 103 dat een klachtenprocedure moet worden gevolgd met een klacht bij de vakbondsafvaardiging of het verzoeningsbureau van het paritair comité.

Volgens het arbeidshof van Brussel zal, bij gebrek aan akkoord, het uiteindelijk de werkgever zijn die beslist over de modaliteiten van het tijdskrediet. De rechtbank kan dan enkel marginaal toetsen aan de algemene principes van redelijkheid (Arbh. Brussel 27 juni 2011, gepubliceerd in Or. 2011/8, p. 243).

De werkgever kan dan, in het belang van de organisatie van de onderneming, een bepaald schema waarbinnen het tijdskrediet moet worden genomen, opleggen.

Besluit: om een goede werking van de onderneming te verzekeren en duidelijkheid te creëren voor de werknemers, is het aan te raden om gebruik te maken van de mogelijkheden voorzien in de cao nr. 103 om een en ander uit te werken op ondernemingsvlak. Belangrijk is wel om vooraf na te gaan wat er al op sectoraal niveau hierover is geregeld.

Line Hellemans