Hoofdelijke ketenaansprakelijkheid van de opdrachtgever voor de lonen van de (onder)aannemers

Auteur(s): Luc Eliaerts
Geplaatst op: 27 september 2013

De hoofdelijke ketenaansprakelijkheid van opdrachtgevers, aannemers en onderaannemers (hetgeen ruimere begrippen zijn dan in het civiele bouwrecht) voor onbetaalde lonen verderop in de keten, ingevoerd met de Programmawet van 29 maart 2012, is thans effectief geworden doordat de vereiste Koninklijke Besluiten tot aanwijzing van de activiteiten waarvoor de behoorlijke aansprakelijkheid geldt, zijn afgekondigd op 17 augustus 2013. De opdrachtgevers, aannemers en onderaannemers kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de onbetaalde lonen van de personeelsleden van één of meerdere aannemers en onderaannemers verderop in de keten.

Het gaat daarbij niet alleen om aanneming in de klassieke zin van het civiele bouwrecht. De toepasselijke regeling verstaat  onder “aannemer” eenieder die zich ertoe verbindt om tegen een prijs voor een opdrachtgever activiteiten uit te voeren of te doen uitvoeren en de “onderaannemer” is eenieder die zich ertoe verbindt, hetzij  rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, in welk stadium ook, tegen een prijs de aan de aannemer toevertrouwde activiteit of een onderdeel daarvan uit te voeren of te laten uitvoeren.

De hoofdelijke aansprakelijkheid vereist een schriftelijke kennisgeving door de sociale inspectie, die opgeeft in welke mate en gedurende welke periode de hoofdelijke aansprakelijkheid geldt. Betaling door de hoofdelijk aansprakelijke partij moet gebeuren na een aangetekende aanmaning, hetzij door de betrokken werknemer, hetzij door de sociale inspectie.

De regeling is ingevoerd door de Programmawet van 29 maart 2012, die de nieuwe artikelen 35/1 tot 35/6 heeft ingelast in de Loonbeschermingswet van 12 april 1965. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid geldt voor de activiteiten die bij KB zijn bepaald (art. 35/1, §1, 1° en 35/2, §1 Loonbeschermingswet). Daaraan is uitvoering gegeven met negen Koninklijke Besluiten van 17 augustus 2013 (BS 28 augustus 2013), die de activiteiten oplijsten waarvoor de hoofdelijke aansprakelijkheid van toepassing is. Het zijn:

  • alle werken en diensten:

- die vermeld worden in het KB dat de bevoegdheid regelt van het paritair comité voor de bewakings- en toezichtsdiensten;

- die vermeld worden in het KB dat de bevoegdheid regelt van het paritair comité voor het bouwbedrijf;

- die vermeld worden in het KB dat de bevoegdheid regelt van het paritair comité voor de landbouw;

- die vermeld worden in het KB dat de bevoegdheid regelt van het paritair comité voor de schoonmaak;

- die vermeld worden in het KB dat de bevoegdheid regelt van het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf;

  • de werken in onroerende staat:

- van het KB op het paritair subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie;

- van het KB op het paritair subcomité voor de stoffering en de houtbewerking;

- van het KB op het paritair subcomité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

  • de specifieke werken en diensten:

- uit de voedingsnijverheid of uit de handel in voedingswaren die vermeld worden in een afzonderlijke bijlage bij het KB van 17 augustus 2013 (BS 2013, p.56756).