De wet op het eenheidsstatuut betekende niet enkel een fundamentele verandering voor het statuut en de opzeggingstermijnen van werknemers, maar heeft ook tal van andere maatregelen gewijzigd en ingevoerd.
Eén van dergelijke maatregelen is de invoering sedert 1 januari 2014 van een bijzondere compenserende bijdrage die de werkgever – bovenop de ontslagvergoeding – dient te betalen aan het Sluitingfonds.[1] In een KB van 9 maart 2014 wordt de berekeningsbasis van deze bijdrage verduidelijkt. De werkgever dient bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst een bijzondere compenserende bijdrage te betalen, wanneer deze arbeidsovereenkomst:
- Een beëindiging zonder opzegging of met onvoldoende opzegging;
- De vroegtijdige verbreking van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur;
- De beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor een duidelijk omschreven werk vóór de beëindiging van het werk[2].
De RSZ specifieert in haar administratieve instructies dat bij beëindiging in onderling akkoord, de bijdrage enkel verschuldigd is op het deel van de ontslagvergoeding dat betrekking heeft op de periode vanaf 1 januari 2014. In dat geval, stelt de RSZ, dient de werkgever het bedrag van de ontslagvergoeding te proratiseren in functie van de prestaties.[4]
Het bedrag van de bijzondere bijdrage wordt berekend aan de hand van een percentage dat verschilt naargelang de hoogte van het jaarloon van de werknemer, als volgt:
- 1% bij een jaarloon tussen 44.509,00 EUR en 54.509,00 EUR
- 2% bij een jaarloon tussen 54.509,00 EUR en 64.509,00 EUR
- 3% bij een jaarloon hoger dan 64.509,00 EUR
Het jaarloon zelf wordt berekend volgens een welbepaalde formule, op basis van de loon- en prestatiegegevens van het laatste kwartaal waarin prestaties werden aangegeven.De formule voor voltijdse werknemers is (A/B) x 260. Voor deeltijdse werknemers is de formule ((A/C) x (D/5) x 260. A is het bedrag van het loon, B is het aantal dagen, C is het aantal uren en D is het aantal uren van de maatpersoon per week.[5] De factoren “loon”, “dag” en “uur” werden recent bij Koninklijk Besluit gedefinieerd.[6]
De bijdrage dient te worden betaald aan en wordt geïnd door de RSZ, maar de opbrengst ervan is bestemd voor het Sluitingsfonds. Deze bijdrage wordt overigens gelijkgesteld met de sociale zekerheidsbijdrage, waardoor de desbetreffende wettelijke regels eveneens van toepassing zijn.