De wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid (BS 27 april 2015) heeft de indexsprong doorgevoerd. Voor de lonen, de wedden, de sociale uitkeringen, de toelagen, de premies en de vergoedingen moet in alle wettelijke en reglementaire bepalingen, in alle bepalingen van individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten, in alle andere akkoorden tussen werkgever en werknemer en in alle eenzijdige beslissingen van de werkgever die voorzien in een koppeling aan een prijsindex, de afgevlakte gezondheidsindex in aanmerking worden genomen (nieuw artikel 3bis KB 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van ’s lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994).
Vanaf april 2015 zijn er maandelijks vier indexcijfers:
1) het indexcijfer der consumptieprijzen
2) het gezondheidsindexcijfer
3) het afgevlakte gezondheidsindexcijfer
4) het referentie-indexcijfer.
De gezondheidsindex is de index der consumptieprijzen na eliminatie van bepaalde schadelijke producten (art. 2, §1 voormeld KB). De afgevlakte gezondheidsindex is het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindex van de laatste vier maanden (art. 2 §2). De referentie-index is de afgevlakte gezondheidsindex x 0,98 (art. 2, §3 KB), hetgeen neerkomt op een vermindering met 2%.
Het mechanisme van de blokkering is als volgt: