(Nieuwjaars)voornemen: sociale verkiezingen 2020

Auteur(s): Tom Lemense
Geplaatst op: 18 januari 2019

De laatste sociale verkiezingen zijn georganiseerd in 2016, en dan weten we dat de volgende ronde in 2020 plaatsvindt. Intussen zijn de exacte data bekend: 11 mei t.e.m. 24 mei 2020.

Sociale overlegorganen hebben een belangrijke impact op de werking van een onderneming. We lichten kort toe onder welke voorwaarden een werkgever verplicht is om verkiezingen te organiseren, en dus wanneer een werkgever verplicht is om overlegorganen in te stellen.

Drempel: 50 of 100 werknemers.

Een werkgever is verplicht om sociale verkiezingen te organiseren naargelang het aantal werknemers in de onderneming. Dit is voor:

  • Comité voor preventie en bescherming op het werk: vanaf een gemiddelde van 50 werknemers.
  • Ondernemingsraad: vanaf een gemiddelde van 100 werknemers.

De referentieperiode voor telling is het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van verkiezing, dus voor de verkiezingen van 2020 bekijkt men het gemiddelde aantal werknemers in het kalenderjaar 2019. Uitzendkrachten tellen ook mee, maar enkel voor het 4e kwartaal van 2019.

Voor werkgevers die flirten met de grens van 50 of 100 werknemers, zullen (belangrijke) wijzigingen in het werknemersbestand tijdens het kalenderjaar 2019 een impact hebben op de eventuele verplichting tot het instellen van overlegorganen.

Mogelijke wetswijziging referentieperiode

Het is mogelijk dat de referentieperiode nog (retroactief) gewijzigd wordt.

De FOD WASO heeft voorgesteld  om de referentieperiode voor de telling met een kwartaal achteruit te schuiven, hetgeen zou betekenen dat de referentieperiode (al) zou lopen van 1 oktober 2018 t.e.m. 30 september 2019. Voor de telling van de uitzendkrachten zou kwartaal 2 van 2019 gelden.

Men zou hiermee willen vermijden dat een werkgever die flirt met de drempels pas einde december 2019 weet of hij al dan niet verkiezingen moet organiseren (= einde referentieperiode), hoewel deze strikt gezien begin december 2019 al de nodige voorbereidingen zou moeten treffen voor de organisatie ervan, en dit (achteraf gezien) mogelijk heeft nagelaten.

De Nationale Arbeidsraad kon zich hierin vinden, en een wetsontwerp is ingediend. Deze wijziging is dus nog niet definitief, maar zou in voorkomend geval wel een belangrijke impact hebben.  Het is best om hier nu al rekening mee te houden, want de kans is bestaande dat dit goedgekeurd wordt.

Let op: telling op niveau technische bedrijfseenheid

De telling van het gemiddelde aantal werknemers moet gebeuren op niveau van “de onderneming”.

In het kader van de sociale verkiezingen moet de onderneming begrepen worden als “de technische bedrijfseenheid”, nl. een entiteit die een bepaalde economische en sociale zelfstandigheid heeft .  De onderneming is dus niet noodzakelijk hetzelfde als een onderneming in de betekenis van “juridische entiteit”.

Het is in dit kader mogelijk dat een juridische entiteit opgesplitst is in verschillende technische bedrijfseenheden, die elk een voldoende mate van economische en sociale zelfstandigheid hebben, waardoor deze elk aparte sociale verkiezingen moeten organiseren. Het is echter ook mogelijk dat verschillende aparte juridische entiteiten deel uitmaken van één technische bedrijfseenheid, indien deze economisch en sociaal sterk verbonden zijn, waardoor deze gezamenlijk sociale verkiezingen moeten organiseren.

Correcte telling en inschatting technische bedrijfseenheid cruciaal

Een correcte telling  van het aantal werknemers én een correcte inschatting van de notie technische bedrijfseenheid is dus cruciaal.

Indien een werkgever eigenlijk sociale verkiezingen had moeten organiseren, maar heeft nagelaten, zou bv. een vakorganisatie dit kunnen afdwingen via een gerechtelijke procedure.

Belang sociale verkiezingen

De overlegorganen die moeten worden ingesteld na sociale verkiezingen hebben diverse consultatieve en/of dwingende bevoegdheden, en kunnen dus een grote impact hebben op de werking van de onderneming.