De arbeidsongeschiktheid, de dringende reden en de kapper (in bijberoep)

Auteur(s): Tom Lemense
Geplaatst op: 15 oktober 2020

Een plaatsvervangend personeelsafgevaardigde en dus beschermde werknemer was tewerkgesteld als magazijnier en werkte in de nachtploeg. Op een bepaald moment werd de werknemer arbeidsongeschikt met insomnia en psychologische werkgerelateerde spanningen.

De werkgever ontdekte via opzoekingen op het wereldwijde web (Google, Facebook, Instagram) dat de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid actief was in een kapperszaak, en liet dit zelfs vaststellen door een gerechtsdeurwaarder. De man bleek ook zaakvoerder.

De werkgever vroeg de erkenning van een dringende reden hetgeen de arbeidsrechtbank toekende, maar het arbeidshof niet.

Ander werk tijdens arbeidsongeschiktheid kan genezingsproces bevorderen

Het arbeidshof meent dat in het kader van een ziektecontext van insomnia en psychologisch werkgerelateerde spanningen het uitvoeren van ander werk genezingsbevorderend kan werken. Dit ander werk mag volgens het hof echter niet de genezing verhinderen.

Werkgever moet “verstoring genezingsproces” bewijzen

Indien een werkgever meent dat het uitvoeren van ander werk tijdens arbeidsongeschiktheid de genezing verhindert, zal deze hiervan het bewijs moeten leveren.

Volgens het hof bewees de werkgever niet dat de kapperswerkzaamheden het genezingsproces bemoeilijkten of vertraagden. Hieruit volgt dat het hof meent dat kapperstaken een louterend middel kunnen zijn voor insomnia en werkgerelateerde psychologische problemen, minstens was de werkgever niet in staat om het tegendeel te bewijzen.

Ander werk tijdens arbeidsongeschiktheid = niet automatisch een dringende reden

Uit het bovenstaande volgt dat het loutere feit van ander werk uit te voeren tijdens arbeidsongeschiktheid niet noodzakelijk een ontslag om dringende reden rechtvaardigt. De werkgever moet bewijzen dat dit het genezingsproces verstoort, hetgeen niet altijd eenvoudig is.

Deze uitspraak toont het belang aan van een goede dossieropbouw indien een werkgever vaststelt dat een werknemer werkt tijdens arbeidsongeschiktheid, niet alleen op het vlak van het bewijs van het werken maar ook van het feit dat dit de genezing verstoort.

Arbh. Brussel 23 november 2018, JTT 2019, nr. 1342, 312.